Wat voor The Beatles en David Bowie geldt, geldt ook voor King Crimson. Het is onmogelijk één album uit te kiezen. Net als de eerstgenoemde artiesten heeft deze band een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Elk album, met uitzondering van de eerste twee, was totaal anders dan de vorige. Wellicht had dat te maken met het feit dat elke plaat de bezetting van de groep wisselde. Om kort te gaan, gitarist Robert Fripp is al die jaren sinds 1969 de enige constante factor geweest. Adrian Belew is sinds 1981 permanent lid. Je kunt King Crimson om die reden eigenlijk geen band noemen, eerder een project. Of zoals meester Fripp het zelf zegt: "King Crimson is a way of doing things. " Alle muzikanten die er al of niet vast deel van uitmaken, komen eens in de zoveel jaar bij elkaar in de studio om een plaat te maken. Vervolgens gaat men uitgebreid toeren door met name de VS, Europa en Japan. Vaak komt daar weer een live-album van uit met uitvoeringen die meestal sterk afwijken van de studioversies door de vele variaties en improvisaties, die soms zelf totaal nieuwe nummers opleveren die op geen studioalbum te vinden zijn. Een must voor de liefhebber dus.
Veel mensen hebben nooit van King Crimson gehoord. Dat verbaast mij niets. Behalve met hun eerste magistrale album "In the Court of the Crimson King", uit 1969 dus, hebben zij nooit echt commercieel succes gekend. Niet omdat ze niet goed genoeg zouden zijn, maar omdat Robert Fripp c.s. dat succes niet nastreefden. Zij streefden slechts hun eigen muzikale ambities na. En die weken af van de gangbare norm. Hun norm was progressieve muziek. Inderdaad, de al eerder aangehaalde progrock. Al heeft Fripp om onduidelijke redenen een hekel aan die kwalificatie. Hun debuut "In the Court of the Crimson King" wordt door velen gezien als de eerste echte progrockplaat. Lange nummers, wisselende tempi, karrevrachten vol mellotron, mystieke teksten. Ze hadden zelfs een aparte tekstdichter in dienst die verder op de plaat niet meespeelde: Peter (of Pete) Sinfield. Hun muziek is na deze elpee echter zo apart gebleven, dat het grote publiek zich er niet aan waagde. Maar de lezer weet inmiddels wel dat ik lak heb aan alles wat 'gangbaar' is. Hun tweede plaat "In the Wake of Poseidon" leek zoals gezegd wat op hun eersteling, al zaten de jazzy trekjes uit opvolger "Lizard" (beide uit 1970; ook KC was erg productief in hun beginjaren, ondanks alle personeelswisselingen) er al in.
Slechts dertien officiële studioalbums tot aan 2003 ("The Power to Believe", voorlopig hun laatste uiting) zijn er verschenen. Dertien platen in bijna veertig jaar tijd? Is dat niet wat weinig denkt u misschien? Vergeet u niet, dat alle (wisselende) leden hun eigen projecten, al dan niet soloprojecten, hebben. De discografie van bijvoorbeeld opperhoofd Fripp is immens. Hij heeft samengewerkt met artiesten als David Bowie (zie mijn artikel over hem), Peter Gabriel en Talking Heads. Ook heeft de man albums uitgebracht met Brian Eno (ex-Roxy Music), David Sylvian (ex-Japan) en Andy Summers (The Police) en natuurlijk heeft hij ook platen uitgebracht onder zijn eigen naam, al werken daar vaak andere artiesten aan mee. Zingen doet hij namelijk geen noot, dus nodigt hij gastzangers uit. En dat is het gekke aan Robert Fripp. Hij is aan de ene kant een enorme einzelgänger en perfectionist, maar aan de andere kant werkt hij toch het liefst met andere artiesten samen. Op het podium zult u hem echter alleen achterin in een donker hoekje aantreffen. Uit de schijnwerpers. Laat die maar over aan de zanger of de overige muzikanten. Tot slot geeft hij al jaren workshops voor jonge, veelbelovende gitaristen onder de titel "Guitar Craft".
Schrijven over muziek is leuk, maar muziek moeten je vooral beluisteren. Dit blog heeft voornamelijk de bedoeling u nieuwsgierig te maken. Verwacht echter niet dat u KC onmiddelijk goed zult vinden. Het is even wennen en misschien went u er wel nooit aan, al luistert u nog zo vaak. Ook is het mogelijk dat u geen zin heeft om de moeite te nemen om hun muziek te bemachtigen, al dan niet legaal.
Goed, laat ik een kleine poging wagen hun muziek te beschrijven. Rustig, hysterisch, zacht, snoeihard, klassiek, jazzy, ballad, experiment. Snapt u het? Als ik in uw schoenen stond, snapte ik er geen barst van. Nou ja, misschien is dat wel de beste omschrijving. Dat King Crimson niet te omschrijven is. Oordeelt u zelf, of niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten